top of page
Zoeken

Mediasysteem Congo: Op papier ziet het er goed uit

  • Foto van schrijver: Lore Declerck
    Lore Declerck
  • 9 jan 2020
  • 5 minuten om te lezen

Bijgewerkt op: 13 jan 2020

Mediasystemen verschillen van cultuur tot cultuur. Dat komt doordat ze aansluiten bij het ruimere politieke, economische en culturele systeem dat aan de grondslag ligt van samenlevingen.


Omdat mediasystemen de journalistieke praktijken en de rol van de media beïnvloeden en verklaren, is het goed om zich bewust te zijn van de verschillende bestaande systemen.


Siebert, Peterson & Schramm (1956) werkten daartoe Four Theories of the Press uit. Het is een normatieve mediatheorie, wat betekent dat de auteurs uitgaan van hoe de media zouden moeten zijn (en niet hoe ze werkelijk zijn). Ze onderscheiden daarbij vier mogelijke theorieën, waarbij de eerste twee basistheorieën vormen en de laatste twee aanvullende theorieën.


  • Autoritair

  • Libertair

  • Sociale verantwoordelijkheid

  • Communistisch


Siebert et al. hangen daarbij de visie aan dat de pers altijd de vorm aanneemt van de sociale en politieke structuren waarin ze ingebed zijn. Een mediasysteem is zo een reflectie van het systeem van sociale controle tussen individuen en overheden.


Meer dan een halve eeuw na publicatie wordt Four Theories of the Press door veel auteurs nog steeds als een relevant basiswerk beschouwd, al werd het ook op verschillende punten bekritiseerd. Onderzoekers wijzen onder andere op:


  • De ideologische vooringenomenheid (want: beschrijven ideale omstandigheden)

  • Het gebrek aan empirische basis (want: normatief)

  • De duidelijke Amerikaanse tint en het ontbreken van verschillende landen (Zuiden, Europa)


Het is op dat tweede punt dat het comparatief onderzoek van Hallin & Mancini (2004) een interessante aanvulling vormt op Four Theories of the Press. De auteurs stellen zich in Comparing Media Systems dezelfde vraag als Siebert et al. (1956), namelijk waarom is de pers zoals ze is in een land. Ze stellen eveneens de relatie tussen politiek en media centraal.


Tegelijk verwerpen Hallin & Mancini wel de filosofische onderbouw van Four Theories of the Press. Bovendien gaan ze bij het bepalen van mogelijke modellen empirisch en niet normatief te werk. Ze passen daartoe vier criteria toe op de mediasystemen in West-Europa en Noord-Amerika:


  • The development and structure of media markets

  • Political parallelism

  • Professionalism

  • State intervention in the media

Tegelijk houden ze rekening met politieke dimensies, geschiedenis en aardrijkskunde.


Hoe ziet het mediasysteem in Congo eruit?

Om beide theoretische kaders ook eens toe te passen op een ander mediasysteem dan dat van België, verdiepte ik me voor deze blog in het mediasysteem van Congo.


Al snel werd me zo duidelijk dat er in het geval van Congo een onderscheid moet gemaakt worden tussen het mediasysteem ‘op papier’, zoals het is vastgelegd in de (grond)wetgeving, en het systeem in realiteit.


Ik leg wat ik daarmee bedoel uit in volgende video.

Het Congolees mediasysteem op basis van Four Theories of the Press

Op papier libertair

Eerst pas ik de normatieve theorieën van Siebert et al. toe op het mediasysteem. Dat lijkt me interessant, want ook de Congolese grondwet gaat uit van een bepaalde norm voor de pers in het land.


Op vlak daarvan en de bijhorende 1996 Loi fixant les modalités de l’exercice de la Liberte de Presse, zou Congo’s mediasysteem namelijk bij de libertaire theorie kunnen ondergebracht worden.


Zo verzekeren artikel 23 en artikel 24 in de grondwet namelijk de vrijheid van meningsuiting, persvrijheid en recht op informatie.


De media zijn op basis van die artikels met andere woorden vrij, bijvoorbeeld van controle en inmenging door de staat, en hebben een informatiefunctie. Zowel media als individuen hebben het recht om hun mening te uiten, waaronder dus ook kritiek op de overheid valt. Dat stelt de media in staat een watchdog-positie aan te nemen.


De van de libertaire theorie afgeleide theorie van sociale verantwoordelijkheid sluit hierbij aan. De vrijheid van de media staat in relatie met haar verantwoordelijkheid tegenover de samenleving om objectief en onpartijdig informatie te behandelen en verspreiden. Er is daarbij ook aandacht voor pluralisme op vlak van meningen en standpunten.


Maar...

In praktijk gaat dat niet op: het mediasysteem is in realiteit autoritair. De autoriteiten gebruiken en controleren duidelijk de media en perken de grondwettelijke rechten en vrijheden stelselmatig in. Op die manier willen ze kritische berichtgeving voorkomen of zoveel mogelijk in de kiem smoren. Dat is essentieel om hun politieke macht te kunnen behouden.

Een greep uit de acties die ze daartoe, vaak zonder verwittiging of verklaring, nemen:

  • Censuur van anti-regeringscontent

  • Nationale publieke omroep RTNC inzetten voor propaganda

  • Blokkeren uitzendsignalen

  • Licenties intrekken

  • Stopzetten van radiozenders, televisiekanalen…

  • Internet afsluiten


Daar komt nog bij dat journalisten vaak bedreigingen, intimidaties en geweld ondervinden. Journalisten worden ook regelmatig gearresteerd en op basis van de 1996 wet zelfs gevangenisstraffen toegekend. Als gevolg daarvan en bijvoorbeeld ook op basis van de ambiguïteit van de 2006 Loi Portant Interdictions de Discours et Messages Dangereux dans la Presse doen journalisten aan zelfcensuur. Ze uiten geen kritiek en vormen louter een soundboard voor politiek.


Het Congolees mediasysteem op basis van Comparing Media Systems

De criteria van Hallin & Mancini ook toepassen op het mediasysteem in Congo lijkt in eerste instantie niet geoorloofd: Comparing Media Systems is namelijk sterk geënt op een westerse context. Toch wordt ervan uitgegaan dat er overeenkomsten mogelijk zijn met andere landen en regio’s, net omdat Europese machten de ontwikkeling van de pers in hun kolonies hebben beïnvloed.


Die gedachte is natuurlijk interessant in het geval van Congo, dat ooit een kolonie van België was. Na de onafhankelijkheid van Congo in 1960 werd de eerste versie van de grondwet gebaseerd op die van België, waarin persvrijheid en vrijheid van meningsuiting ook opgenomen zijn. Tegelijk werd hierboven al aangegeven dat de Congolese grondwet net op die punten niet strikt nageleefd wordt. Toch maakte ik de oefening eens voor het Congolese mediasysteem.


Door op te tabel te klikken, opent die ook nog eens groter in pdf.

De tabel hierboven laat zien dat het mediasysteem in Congo binnen de typologie van Hallin & Mancini het best aansluit bij het Mediterrean Polarized Pluralist Model. Op 3 van de 4 dimensies (political parallelism, professionalism en state intervention) is er in elk geval een sterke overeenkomst. Op vlak van development and structure of media markets scoort Congo wel sterk door het grote media-aanbod, maar moet tegelijk rekening gehouden worden met de financiële moeilijkheden van de verschillende mediaspelers en het eerder beperkt bereik (radio en tv) en oplages (print).


Conclusie

Analyse van het mediasysteem in Congo maakt duidelijk dat er een onderscheid moet gemaakt worden tussen het mediasysteem ‘op papier’, zoals het is vastgelegd in de (grond)wetgeving, en het systeem in realiteit.


Ik maakte deze blog voor opdracht 4 van het vak Internationale journalistiek van de Master Journalistiek aan de KU Leuven, campus Brussel. Doel was om het mediasysteem in Congo te classificeren op basis van de belangrijkste perstheorieën.

Bovenstaande video en tekst zijn gebaseerd op volgende bronnen:

 
 
 

留言


©2020 Lore goes international

bottom of page