top of page
Zoeken

Mediawaarden IS: Waarom het goed is dat IS-leden (tijdelijk) Facebook niet kunnen checken

  • Foto van schrijver: Lore Declerck
    Lore Declerck
  • 10 jan 2020
  • 5 minuten om te lezen

Bijgewerkt op: 13 jan 2020

'IS momenteel niet meer actief op het internet'. Verschillende nieuwsmedia berichtten eind november over de cyberaanval van het Belgisch federaal parket samen met Europol op de online kanalen van IS.


Hoewel elk artikel waarin over IS in termen van 'niet meer actief' gesproken wordt me hoop geeft, was ik nu wel wat in de war door 'op het internet'.


  • Wat betekent dat zelfs: 'niet meer actief zijn op het internet'?

  • En waarom is dat in het geval van de Islamitische Staat blijkbaar een big deal?


Ik zocht en vond dat het alles met de uitgekiende mediadoelstellingen van de terroristische organisatie te maken heeft. Je weet wel, van die doelstellingen die je in vrijwel elk marketingboek terugvindt.


Ik leg het uit in onderstaande video.

Publiciteit

Ten eerste is de Islamitische Staat namelijk uit op publiciteit (video: 1:31-2:50). Zo kan de terroristische organisatie haar propaganda verspreiden, wat helpt bij de rekrutering van strijders. Op die manier kan het ook individuen in de landen van haar tegenstanders inspireren om daar aanslagen te plegen. Het zijn die aanvallen waarvan we dan te horen krijgen dat ze 'opgeëist zijn door IS'.


De terreurgroep wil ook graag in de aandacht komen, omdat het zo schrik kan aanjagen en onzekerheid kan creëren. Zeker bij haar tegenstanders, maar ook bij de lokale bevolking in het Midden-Oosten én bij haar onderdanen, zodat die in de pas blijven lopen.


IS hoopt eveneens tegenreacties te triggeren. Elke buitenlandse aanval vormt namelijk een gelegenheid om haar eigen (re)acties te verdedigen en te rekruteren.


Via de media probeert de terreurgroep bovendien haar successen uit te vergroten en haar verliezen te minimaliseren. De machtstatus die het op die manier nastreeft is van belang op extern vlak, maar ook intern. De IS-strijders en -leden worden zo blijvend gemotiveerd, verder geradicaliseerd en krijgen ook scholing over de juiste manier van leven, die van IS.


Erkenning motieven en grieven

Achter de gewelddadige, vaak zeer visuele boodschappen die IS uitstuurt, gaan eveneens een aantal motieven en grieven schuil (video: 2:51-4:01). Zo wil het laten zien dat het handelt uit een religieuze plicht. De terreurgroep hangt namelijk een salafistische vorm van de islam aan. Vanuit dat opzicht wil het een terugkeer naar de ‘zuivere islam’ uit de tijd van profeet Mohammed door de hele wereld onder islamitisch bewind te brengen.


Vijand nummer 1 daarbij is het Westen. In de ogen van IS is de westerse samenleving namelijk strikt ongelovig. Alcohol, homoseksualiteit, gelijke behandeling van vrouwen, democratie, pluralisme… beschouwt het als ‘duivelse praktijken’.


Al gaat er wel nog wat meer schuil achter die antiwesterse gevoelens. Bijvoorbeeld wrok over het koloniaal verleden van verschillende landen in het Midden-Oosten, waarbij het Westen steeds het onafhankelijkheidsstreven onderdrukte. Maar ook het buitenlandbeleid van een aantal westerse landen die, in het kader van de war on terror, militaire interventies uitvoeren of de autoritaire regimes steunen. Denk daarbij aan de Brits-Amerikaanse invasie in 2003.


Al is het ook in hun thuislanden geen rozengeur en maneschijn. Er zijn veel socio-economische problemen en de regimes die aan de macht zijn, zijn vaak autoritair en onderdrukkend. Zo voelden de soennitische IS-extremisten in Irak zich bijvoorbeeld sterk benadeeld toen na 2003 de sjiieten de macht in handen kregen in het land.


Respect winnen

Het is dan ook op dat vlak dat de terreurbeweging een verschil wilde maken. Ofwel: het wilde niet enkel de status quo bekritiseren, maar ook een valabel alternatief bieden. Vandaar het idee van een eigen staat, een kalifaat, waarin het orde zou scheppen, stabiliteit creëeren en veiligheid verzekeren. Via de media wou IS voor die inspanningen respect winnen (video: 4:01-4:50). Een bijkomend doel daarbij was legitimiteit verkrijgen, zowel bij moslims in het buitenland als bij de lokale bevolking.


Hoewel het kalifaat voorgesteld werd als een waar toevluchtsoord, is het ondertussen serieus ingekrompen. Je kan je dus de vraag stellen of de staat wel nog functioneert. Al trekt IS zich daar eigenlijk weinig van aan: het zet haar media slim in om de schijn van een functionerende staat hoog te houden en geloofwaardigheid te winnen.


Reden voor enthousiasme?

Maar zijn 26.000 items die offline gehaald worden dan een reden om ‘hoopvol’ te zijn? Jazeker, want ik denk dat het ondertussen duidelijk is dat er een sterke link bestaat tussen de online mediastrategie van IS en haar politieke doelstellingen op korte, middellange en lange termijn (video: 4:51-5:24).

Let op: de kans dat IS ondertussen weer online is, is zeer reëel. Kort na de cyberaanval toonde VRT NWS dat ook al aan. Maar dat zal de terroristische beweging wel heel wat tijd, moeite en middelen gekost hebben die het tegelijk niet in andere zaken kon investeren en dat is toch wel een goede zaak.


Uitsmijter: hoe zou ik als journalist omgaan met berichtgeving over IS?

De manier waarop IS opereert en media inzet om haar politieke doelstellingen te bereiken is een lang proces van trial and error geweest. Hetzelfde geldt dus ook voor de westerse media die er mee om moeten gaan. Ze zullen een gelijkaardig leerproces moeten doorlopen en gaandeweg ondervinden wat de ‘beste’ aanpak is.


Niettemin heb ik wel al enkele bedenkingen bij hoe ik mijn berichtgeving over IS zou aanpakken.

  • Ikzelf zou enkel willen rapporteren over IS als ik voldoende kennis van zaken heb. Enkel zo meen ik het brede publiek goed te kunnen informeren. Dat is belangrijk, aangezien veel mensen informatie over terreurgroepen en terroristische aanslagen enkel via de media vernemen. Net zoals voor deze opdracht zou ik daartoe regelmatig terugvallen op overzichtswerken en inzichten van experts (zie mijn bronnen hieronder).

  • Daarna zou ik er ook steeds op letten dat ik niet alleen breng wat IS wil dat (westerse) media brengen. Terrorisme wordt in dat opzicht vaak als theater omschreven. Ik moet er rekening mee houden dat ik als journalist voor publiek zorg. Vandaar dat het een must is om altijd kritisch na te gaan of wat IS verspreidt via haar mediacampagnes ook overeenkomt met wat on the ground gebeurt. Waar mogelijk, zou ik net die discrepanties blootleggen om het effect ervan teniet te doen.

  • Bovendien moet ik bewust zijn van het eventuele angsteffect dat rapporteren over IS kan teweegbrengen bij het publiek en maatregelen nemen waar dat kan (door bijvoorbeeld sensationeel taalgebruik vermijden).

  • Daarbij moet ik ook rekening houden met de rol die media spelen bij het bepalen van de publieke agenda. Enerzijds zit terreur immers regelmatig verstopt in een klein hoekje van de krant, een kort stukje tv-nieuws of wordt het zelfs niet behandeld. Al gaan achter alle cijfers natuurlijk mensen van vlees en bloed schuil, ook in landen ver van ons bed. Aan de andere kant moet de aandacht voor terreur, hoewel de kans op een terroristische aanslag niet onbestaande is (niveau 2 van 4), wel in proportie zijn met het reëele risico.

Ik maakte deze blog voor opdracht 3 van het vak Internationale journalistiek van de Master Journalistiek aan de KU Leuven, campus Brussel. Doel was de media-gerelateerde doelstellingen van IS blootleggen, net als haar politieke doelstellingen op korte, middellange en lange termijn. Ook een korte reflectie over hoe ik als journalist over terroristische aanslagen zou willen rapporteren werd gevraagd.


Bovenstaande video en tekst zijn gebaseerd op volgende bronnen:

 
 
 

Commentaires


©2020 Lore goes international

bottom of page